Financieringsmogelijkheden zomerschoolDe zomerschool kan worden gefinancierd vanuit (een combinatie van) de volgende budgetten: Gemeentelijke OAB middelenVanaf 1 januari 2011 ontvangen alle gemeenten een specifieke uitkering onderwijsachterstanden. In totaal gaat het jaarlijks om 261 miljoen euro. Het geld is bedoeld om taalachterstanden te voorkomen of te verminderen. Gemeenten kunnen met de middelen onder andere schakelklassen financieren (voltijd, deeltijd of verlengde schooldag).
G4/G33 middelen Voor de 37 grote gemeenten is 95 miljoen extra per jaar gereserveerd voor VVE en voor het effectief benutten en uitbreiden van extra leertijd. Het is de bedoeling dat gemeenten zelf bepalen hoe zij het geld verdelen. Zij kunnen samen met de schoolbesturen zorgen voor (extra) schakelklassen, zomerscholen of soortgelijke voorzieningen zoals bijvoorbeeld de verlengde schooldag of vakantieschool. Dit betreft formeel alleen een uitbreiding van voorzieningen en dus niet de verlenging van bestaande voorzieningen. Er is vijf miljoen gereserveerd voor (ondersteuning van)de overige gemeenten (niet-G37).
Lumpsum, aangevuld met prestatiebox De lumpsumfinanciering is in 2006 in het po ingevoerd. Schoolbesturen hebben hiermee meer bestedingsvrijheid gekregen en ontvangen één budget voor alle kosten. De hoogte van het bedrag hangt onder meer af van het leerlingenbestand (schoolgewicht), van het personeelsbestand (GGL[1]) en van het postcodegebied (impulsbedrag). Scholen met achterstandsleerlingen ontvangen extra geld op basis van de gewichtenregeling. Omstandigheden als een krimpregio, personeelssamenstelling of andere risicoprofielen kunnen de stabiliteit van het lumpsumbedrag beïnvloeden. Vanaf 2012-2013 worden extra middelen in de prestatiebox aan de lumpsum toegevoegd. Het gaat onder meer om het taal- en rekenbudget per leerling, tot augustus 2012 ondergebracht in de bestemmingsbox.
Eigen begroting gemeenten Het is ook mogelijk dat gemeenten binnen de eigen begroting middelen vrijmaken voor OTV. Dit zullen zij uiteraard alleen doen als zij overtuigd zijn van de meerwaarde van de extra leertijd. Zie ook de informatie onder het kopje ‘Inzetten van niet bestede middelen uit de subsidieregeling'.
Provinciale middelen Het is mogelijk om een subsidieverzoek bij de provincie in te dienen. Zo kreeg de weekendschool in Twente (in Enschede, Almelo en Hengelo) naast gemeentelijke subsidie ook geld in het kader van armoedebeleid van de provincie Overijssel. Dit is een basis om structurele middelen te kunnen genereren vanuit sponsoring door maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven.
Combinatiefunctionarissen Met de ‘Impuls brede scholen, sport en cultuur' is in 2007 een start gemaakt met het aanstellen van combinatiefunctionarissen. Een combinatiefunctionaris is werkzaam voor meerdere sectoren en zorgt voor een verbinding en verrijking van het binnen- en buitenschoolse onderwijs-, sport- en cultuuraanbod. Gemeenten ontvangen hiervoor een bijdrage van de rijksoverheid en bepalen in overleg met scholen, sportverenigingen en culturele instellingen waar de combinatiefunctie wordt ingezet. In het kader van OTV is de combinatiefunctionaris interessant omdat deze een rol kan spelen bij het aanvullen van het onderwijsaanbod waardoor de leerkracht tijd kan vrijmaken voor extra taal- en rekenactiviteiten.
Fondsen & Sponsoring Sponsor- en fondsenwerving vraagt in eerste instantie om een (tijds-)investering, maar kan onverwacht interessante mogelijkheden opleveren. Het gaat niet alleen om ‘geld binnenhalen', partijen kunnen ook investeren door te faciliteren. Twee voorbeelden:
|
|||||